Hroas betekent trots in het Zeeuws. Samen met Theo Raats vertegenwoordig ik de provincie Zeeland, in het mooie uitdeelboek van de campagne Nederland Leest! Uitverkozen door grootmeester A.L. Snijders, van het Zeer Korte Verhaal. Wow.

Heel goed dat voor deze jubileumeditie van Nederland Leest het korte verhaal centraal staat, in mijn ogen de mooiste en spannendste literaire vorm. Vaak draaien ze om één alles veranderend moment. Scharnierpunten van het menselijk bestaan. Het zal wat lastig discussiëren zijn, zoveel totaal verschillende verhalen. Maar het idee om samen met heel Nederland één boek te lezen, dat gratis weggeven wordt in de bibliotheek, is sowieso briljant. Aanraders van mij wat betreft korte verhalen: Maartje Wortel, A.H.J. Dautzenberg, Thijs de Boer en Annelies Verbeke. En uiteraard de Amerikaanse Godfathers en Godmothers: Shirley Jackson, Amy Hempel, Stephen King, Margaret Atwood, Ray Bradbury, Lydia Davis, Raymond Carver. Plus de absolute eredivisie: Poe. Checkov. Kafka. Dahl.

Die laatste is absoluut de reden dat ik schrijf. Als klein meisje lag ik vaak in het ziekenhuis en daar plukte ik van het leeskarretje een boek genaamd Matilda. Daarna heb ik in ijltempo alles van Dahl verslonden. Toen de kinderboeken op waren ontdekte ik de kostschoolhorror van Boy en vervolgens de sinistere verhalen voor volwassenen. Over een bevroren lamsbout. De mama van Adolf. Een bedrijfje dat pakken slaag verkoopt. De snobistische wijnverzamelaar en zijn trouwe butler. Bijna alle verhalen hadden slimme wendingen en een dikke grijns, sommige keihard (Pig!), andere ontroerend ondanks alle ellende (The boy who talked to animals). Dat wilde ik ook kunnen: zo inventief en zelfverzekerd de meest bizarre verhalen vertellen. Ik ben het nog steeds aan het leren, maar uitgekozen zijn voor Nederland Leest is voor mij echt een grote eer.